logo

Bij nieuw banenplatform solliciteert horecabaas bij personeel

Personeel

Bij nieuw banenplatform solliciteert horecabaas bij personeel

Aangeboden door: ANP

Banenplatform Deats draait het recruitingprocess om. De werkgever probeert op het platform de werkzoekende te verleiden naar een baan.

In de horeca heerst op het moment een fiks tekort aan personeel. Banenplatform Deats draait het sollicitatieproces om: de werkgever probeert de werkzoekende te verleiden tot een horecabaan, in plaats van andersom.

Banenplatform Deats richt zich meer op de wensen en het profiel van de werkzoekende, dan op die van de werkgever. “Werkgevers solliciteren op de wensenlijst van een horecatalent. Ook latente werkzoekers geven middels een profiel aan waar zij naar op zoek zijn”, zegt oprichter Kevin Westermeijer tegen kennisplatform Hét Ondernemersbelang. Als een werkgever geïnteresseerd is en de werkzoekende akkoord gaat, “dan is er een match”.

De horeca heeft zo’n 90.000 horecamedewerkers verloren aan de coronacrisis in de horecasector. Westermeijer wilde het sollicitatieproces omdraaien en daarmee de horecaondernemer veel tijd en kosten besparen. Inmiddels hebben zaken zoals Ron Blaauw en the Harbour Club zich aangesloten bij het banenplatform.

Datingsapp

“Werkgevers hebben lang gewacht met mensen aannemen door onduidelijkheid vanuit de overheid. Nu kunnen ze aan de bak”, zegt de oprichter. “Werkgevers kunnen veel gerichter zoeken, hoeven geen vacatureteksten te schrijven en kunnen beginnen met zoeken zonder dat ze officieel een vacature hebben uitstaan”.

Het plan voor het platform was er al, al heeft de coronacrisis wel alles versneld. Het banenplatform wil gezien worden als een combinatie tussen een datingsapp, Linkedin en een horeca-vacaturewebsite.

Zulke sollicitatieplatformen bestaan al in andere branches. “Ik kom uit de techwereld en daar is het erg gebruikelijk dat de macht bij de kandidaat ligt”, aldus Westermeijer. “Door het zo aan te pakken zitten mensen beter op hun plek, zijn ze gelukkiger en daardoor beter in hun werk.”